LEERGANG

Voertuigbediener Redvoertuig

Als voertuigbediener heb je verschillende verantwoordelijkheden rond het gereedmaken en het bedienen van specialistische voertuigen.

Tijdens de leergang Voertuigbediener leer je de basiskennis die je nodig hebt om een brandweervoertuig te bedienen. Je volgt een onderdeel basiskennis en vervolgens maak je een keuze uit verschillende voertuigen. Deze hebben betrekking op de operationele uitvoering en ondersteuning in relatie tot brandbestrijding, hulpverlening, IBGS en waterongevallen.

Keuze voertuig

De leergang is onder meer opgebouwd uit een onderdeel basiskennis. Na het onderdeel basiskennis maak je een keuze uit verschillende onderdelen:

  • Bediener redvoertuig
  • Bediener hulpverleningsvoertuig
  • Bediener haakarmbak

De basiskennis voor een voertuigbediener wordt behandeld in 1 dagdeel. Hierin wordt lesstof behandeld die verplicht is voor iedere deelnemer. De leergang pompbediener is verder opgebouwd uit een startbijeenkomst, 4 theoriebijeenkomsten en 8 praktijkdagen op een (externe) oefenlocatie.

Instroomvereisten

Om deze leergang te kunnen volgen, moet je voldoen aan het profiel van Manschap A. In de meeste gevallen is de voertuigbediener ook chauffeur.

Werkend leren onder leiding van een vakspecialist

Naast de verplichte basiskennis is er voor de bedieners redvoertuig, hulpverleningsvoertuig en haakarmbak 1 contactbijeenkomst.

Het zwaartepunt bij deze voertuigen ligt in het uitvoeren van de werkplekopdrachten onder begeleiding van een inhoudsdeskundige (vakspecialist).

Studiebelasting en toetskaart & eindinzet

De leergang Voertuigbediener bestaat uit contactmomenten, zelfstudie en leerwerkplekopdrachten. De totale belasting kan per regio/korps anders zijn.

  • Basiskennis: 3 contacturen, 4 uur zelfstudie en 1 leerwerkplekopdracht
  • Redvoertuig: 3 contacturen, 6 uur zelfstudie en 1 leerwerkplekopdracht
  • Hulpverleningsvoertuig (en/of haakarmbak): 3 contacturen, 6 uur zelfstudie en 3 leerwerkplekopdrachten

Bij het onderdeel bediener redvoertuig voer je toetskaart opdrachten uit en vindt er een eindinzet plaats. Tijdens de eindinzet word je beoordeeld door een gecertificeerde beoordelaar.

Ook bij het onderdeel bediener haakarmbak en bediener hulpverleningsvoertuig voeren deelnemers toetskaart opdrachten uit en vindt er een eindinzet plaats. Deze wordt beoordeeld door de vakspecialist.

Op het diploma of certificaat voertuigbediener staat voor welk voertuig je het examen met goed gevolg hebt afgelegd.